Niet Duur Genoeg!
In het laatste artikel van 2014 schreef ik over het vernuft dat de mens gegeven is om zijn leefomgeving zo in te richten dat de beperkingen van de menselijke fysiek overwonnen kunnen worden. Ik vroeg me daarbij af of er zo nu en dan met de prioriteitstelling van de toepassing van dat vernuft wel juist wordt omgegaan. Gaan we in ons enthousiasme over de steeds maar weer nieuwe of doorontwikkelde technologie soms niet te overhaast en daarmee onzorgvuldig te werk?
Dat het lang niet altijd op korte termijn evident is dat een nieuwe techniek of toepassing daarvan erger is dan het probleem dat het oplost, mag duidelijk zijn: niemand kan in de toekomst kijken, hoe groot de visionaire blik ook mag zijn. Belangrijk is dan dat er een ander is die in de loop van de tijd vragen gaat stellen over de impact van het nieuwe waarvan zoveel wordt verwacht. Immers, om het nieuwe te realiseren zijn over het algemeen medestanders nodig die het initiële enthousiasme delen.
Kritiek wordt daarentegen pas gehoord wanneer de voordelen die met het nieuwe in het vooruitzicht gesteld waren niet helemaal aan de verwachtingen voldoen. Het toekennen van een grotere waarde aan de voordelen van het nieuwe dan aan de nadelen moet ergens door worden ingegeven. In het boek “Stil de tijd” beschrijft Joke Hermsen de gedachten van Ernst Bloch over de hoop, een niet fysieke menselijke kracht die het vernuft voedt om steeds opnieuw tot andere inzichten te komen.
Naast de inleiding in het denken van Bloch schetst Hermsen in “Stil de tijd” een heel palet aan denkers, kunstenaars en musici waarvan zij meent dat die recht doen aan haar oproep voor een langzame toekomst. Onder al die verschillende geluiden spreekt mij het denken van Henri Bergson erg aan. In mijn eerdere artikel ‘Goed idee? Mijn idee!’ vertelde ik al over de omstandigheden waaronder het vernuft de grootste kans maakt of met andere woorden, de creativiteit zich het sterkst weet te manifesteren.
In “Stil de tijd” wordt beschreven hoe Henri Bergson aan die omstandigheden een oorzaak heeft gegeven en welke ervaringen Joke Hermsen op dat vlak zelf heeft ondergaan. Juist die beschreven ervaringen zijn voor mij een feest van herkenning en de gedachten van Bergson een mooie aanvulling op mijn beeld van hoe creativiteit ontstaat. De kern van Bergson’s gedachten, zo schrijft Hermsen, is het verschil tussen de wereldse kloktijd en de innerlijke tijd – door Bergson ‘Duur’ genoemd.
Die kloktijd is om praktische redenen op lokale schaal al lang geleden uitgevonden. Met de invoering van de Greenwich tijd werden die lokale klokken in 1884 gesynchroniseerd waarmee een eerste stap in de globalisering werd gezet. Die globalisering maakt dat de kloktijd ons steeds sterker is gaan regeren: alles moet in minder tijd om de kosten te beperken en tegelijkertijd puilen de agenda’s uit van de activiteiten waardoor de subjectieve kwaliteitsbeleving die met het uitvoeren van een taak kan worden ervaren, een steeds kleinere kans krijgt.
Wat de kloktijd met ons doet, zal voor bijna iedereen duidelijk zijn. Maar wat is dan die innerlijke tijd, die Duur? Volgens Joke Hermsen ervaart zij die op met moment dat zij zich terugtrekt op het Franse platteland om in alle rust, zonder telefoon en televisie, aan haar boeken te werken. Zij kan dan uren werken en alle besef van de tijd verliezen, de kloktijd wel te verstaan. Het creatieve proces maakt haar los van de wereld om haar heen, de concentratie geeft een enorme focus en daarmee die onverklaarbare ervaring van de Duur.
Op zoek naar de natuur | Afleiding… | Contact! |
Zelf ken ik dat gevoel ook, zij het dan tijdens het schrijven van computer code, het bekijken van kunst of architectuur of het maken van foto’s in weidse landschappen of van de zee die woest op de kust beukt. Onbetaalbaar is de ervaring van die ene golfslag die mij een nat pak bezorgt juist nadat ik de camera uit handen heb gegeven na een kwartier lang zijn voorgangers te hebben vastgelegd. Ik begrijp dan ook heel goed waarom Hermsen op roept tot het stillen van de tijd. Het ervaren van Duur geeft een prettig gevoel en dat zouden meer mensen moeten kunnen ervaren!
Ik stel me zo voor dat wanneer meer mensen de ervaring van Duur hebben leren kennen, bijvoorbeeld door het herstellen van de waardering voor het vakmanschap, dit een positief effect zal hebben op onze samenleving. Het voelt misschien als een stap terug in tijd en toch wordt de roep dat we het serieus zouden moeten overwegen steeds sterker. Zie bijvoorbeeld ook de documentaire ‘Europse smaak als wapen’ die aansluit op mijn artikel ‘Kwestie van Vertrouwen’.
Het zou mij dan vervolgens ook niet verbazen dat na deze stap de kwestie van de gezondheidszorg in een ander licht komt te staan. Nu is het normale streven een zo hoog mogelijke leeftijd te bereiken, al dan niet geheel op eigen kracht of in goede doen. De hoogte van die gewenste leeftijd wordt afgemeten aan een statische gemiddelde kloktijd die, vreemd genoeg, met de beschikbare financiële middelen en het medische vernuft steeds hoger komt te liggen.
Natuurlijk, hoe langer je leeft des te groter de kans dat je werkelijk momenten van Duur kunt ervaren. Maar wat als je niet in staat bent Duur te ervaren? Is dat te leren?
Dit andere perspectief op de gezondheidszorg brengt een nieuwe probleem met zich mee: Hoe de subjectieve ervaring van de Duur te meten? Als we het standpunt delen dat de kosten van de gezondheidszorg ons boven het hoofd groeit, wordt het misschien tijd om na te denken hoe de ervaring van Duur te stimuleren. Ik wil geen afscheid moeten nemen van mensen omdat ze te veel hebben gekost; ik wil geen afscheid van mensen nemen omdat ze nog niet Duur genoeg zijn!
Mooi en geestig!
Groet, Naud
Uiteindelijk is jouw “duur” de tijd dat je zorgeloos met iets bezig kan zijn met wat je erg leuk vindt om te doen toch? Is dat het levensdoel dan, zoveel mogelijk Duur beleven?
Erwin,
De invulling van je eigen Duur is denk ik iets persoonlijks. Het kan helpen om de ervaring van Duur te beleven als je iets doet wat je erg leuk vindt, maar dat is volgens mij geen strikte voorwaarde. Het tegenovergestelde lijkt mij logischer; juist omdat je in een bepaalde staat van bewustzijn raakt door wat je doet of beleeft, groeit het besef dat wat je ervaart prettig is. Je kan het denk ik vergelijken met een meditatie-oefening waarbij juist door het actief uit voeren van handelingen het contact met de wereld – het levensdoel – plaats heeft. Bij mij komen dan ook termen als verwondering en grasduinen naar boven wanneer ik aan Duur denk.
Wat mij betreft past het daarbij niet om die handelingen zorgeloos uit te voeren. Juist de zorgeloosheid of misschien beter de gedachteloosheid, waarmee veel van onze dagelijkse handelingen tegenwoordig kunnen worden uitgevoerd, maakt de kans op het ervaren van Duur kleiner. Sterker nog, van nature is de menselijke geest er op in gesteld om routinematige bezigheden gedachteloos uit te kunnen voeren nadat de handelingen eerst intensief getraind zijn. Vraag jij je nog wel eens af hoe je complexe bezigheden als lopen, fietsen of autorijden moet uitvoeren?
En daar waar de gedachteloosheid en het vernuft samen komen ontstaan op den duur de brokken. En omdat het moreel niet gepast is om brokken te maken – dat kost namelijk geld – wordt er steevast meer vernuft toegepast om die brokken te voorkomen. Het beperken van brokken beheerst zo langzaamaan onze hele samenleving. Ter illustratie: Nu worden we al lange tijd grotendeels op de automatische piloot rond gevlogen, over niet al te lange tijd transformeert het wegverkeer in iets wat voor een trein zou kunnen doorgaan. Zonder dat we het merken degraderen we geheel gedachteloos van reislustige avonturiers naar trajectgebonden mobiliteitsconsumenten.
Het blijven inzetten van vernuft om symptomen van gedachteloosheid te bestrijden zal heel veel blijven kosten, maar het is absoluut niet Duur!
Groet,
Jacco