Hoe vrij ben jij nog?
De laatste weken zijn we er door het Nationaal Comité 4 en 5 mei via commercials weer regelmatig aan herinnerd: op 4 mei worden de Nederlandse oorlogsslachtoffers herdacht en op 5 mei vieren we onze vrijheid. Het comité stimuleert activiteiten die worden georganiseerd om jaarlijks stil te staan bij de gevolgen die de Tweede Wereldoorlog teweeg heeft gebracht. Het idee is om op deze manier het besef bij de nieuwe generaties te doen postvatten dat de vrijheid waarin we tegenwoordig mogen leven niet vanzelfsprekend is.
Dat onze vrijheid niet direct door geweld en onderdrukking wordt bedreigt is inderdaad prijzenswaardig vergeleken met de situaties zoals die zich momenteel manifesteren op nog geen 4 uur vliegen in oost/zuidoostelijk richting vanaf Amsterdam. Toch zijn deze recente gewelddadige conflicten het gevolg van het idee dat men zich wil bevrijden van een jarenlange onderdrukking.
Bij mij rijzen daarom vragen als ‘Welke vrijheid vieren we nu nog op 5 mei?’ en ‘Hoe vrij zijn wij eigenlijk überhaupt?’ Ik wil niet beweren dat wij vandaag de dag gewelddadig onderdrukt worden, maar soms bekruipt mij het gevoel toch niet helemaal vrij te kunnen kiezen. In ons dagelijks doen en laten worden we op allerlei manieren gestuurd in de beslissingen die we (moeten) nemen. Naast de overheid proberen ook de grote bedrijven steeds meer grip op ons gedrag te krijgen waarbij het leveren van producten langzaam maar zeker wordt verdrongen door het afsluiten van abonnementen op services.
Mijns inziens vieren we op 5 mei dan ook meer dat we tegenwoordig rijk genoeg zijn om zomaar een dag lang in de zon te zitten op het festivalterrein. Daar laten we ons entertainen door al dan niet bekende artiesten. Deze bevrijdingsfestivals zijn op initiatief van een Haarlemse tiener zo’n 15 jaar terug als aanvulling op het meer traditionele programma met defilé en grachtenconcert waarmee de herdenking van de bevrijding in 1945 ooit werd gestart.
Dat een traditie met zijn tijd kan en mag meegroeien vind ik zelf al een teken van vrijheid. Toch vraag ik mij af of er door de fixatie op een specifieke periode uit ons verleden, dat steeds verder van ons af komt te liggen, wel voldoende aandacht is voor de moderne bedreigingen van onze vrijheid. Deze gedachte wordt verduidelijkt aan de hand van de
Een dergelijk mechanisme speelt ook bij het vormen van onze sociale normen. Van nature beschikken we namelijk over de neiging de dingen ons zo eigen te maken dat we ze gedachteloos kunnen uitvoeren of ervaren. Dat is op zich heel prettig omdat het je instaat stelt om bijvoorbeeld na voldoende training bepaalde handelingen routine matig uit te voeren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het wisselen van een versnelling bij het autorijden of het schrijven van een tekst met een computer. Na verloop van tijd vinden je vingers de positie van de juiste toetsen als vanzelf.
Deze waarneming is echter niet nieuw. Al in 1859 schreef Karl Marx in het voorwoord van ‘A Contribution to the Critique of Political Economy’ dat niet het bewustzijn van de mens zijn bestaan bepaalt, maar dat zijn sociale bestaan zijn bewustzijn bepaalt. Hoewel ik niet denk dat de ideeën van Marx de oplossing zullen brengen voor een betere samenleving is zijn constatering over de relatie tussen ons bewustzijn en het sociale bestaan wel cruciaal.
Niet alleen onze handelingen voeren we op een bepaald moment gedachteloos uit, ook de wereld om ons heen aanvaarden we al snel kritiekloos als normaal. De modellen die in het werk van Joshua Epstein worden beschreven lijken de bevindingen van Karl Marx te bevestigen. Hoewel de werkelijkheid uiteraard complexer is dan de situaties in de modellen wordt wel duidelijk dat wanneer de mening van de meerderheid tot waarheid wordt verheven dit een potentieel gevaar vormt voor de vrijheid van andersdenkenden.
Hierboven heb ik al aangegeven dat ons gedrag (on)bewust wordt gestuurd door gebruik van moderne middelen. Bij het invullen van mijn belastingaangifte over 2013 ben ik me bewust geworden van de meest recente ontwikkeling bij de overheid. Hoewel ik geen enkel principieel bezwaar heb tegen het betalen van belastingen en het natuurlijk heel makkelijk is dat je aangiftebiljet al bijna volledig is ingevuld door de belastingdienst, vind ik deze inbreuk op mijn privacy niet op wegen tegen het ogenschijnlijke gemak dat ons nu wordt geboden. En daarbij, je blijft zelf verantwoordelijk voor de gegevens die je retour stuurt.
De gedetailleerdheid van de reeds aanwezige gegevens op het aangiftebiljet toont ook maar weer eens aan hoe de verhoudingen momenteel eigenlijk liggen. De overheid verliest steeds meer haar primaire taak uit het oog, het waarborgen van onze vrijheid wordt uitbesteed aan vreemde mogendheden, en richt zich steeds meer op het herverdelen van onze rijkdom.
Dat het schuiven met ons geld zo eerlijk mogelijk gebeurd is natuurlijk een nobel streven, maar of die opvatting rechtvaardigt dat de bewijslast wordt omgekeerd? Ik vrees dat dat alleen al ten koste gaat van het gevoel van vrijheid.
Geef een reactie