Kwestie van Vertrouwen
Afgelopen woensdag hoorde ik het: vakmanschap is weer de toekomst! In een item van het RTL Nieuws wordt aangekondigd dat de trend die is ingezet met het bewust kopen van regionaal en biologische geproduceerde producten zoals groente en vlees zich verder aan het ontwikkelen is. In New York ontstaan -opnieuw- steeds meer kleine werkplaatsen waar echte vaklieden hun hart en ziel leggen in de huishoudelijke artikelen die zij ambachtelijk vervaardigen.
Deze eerlijke producten zijn niet goedkoop maar de rijke New Yorkers hebben het er graag voor over, zo meldt de reporter. Zouden deze New Yorkers het boek Life Inc. van Douglas Rushkoff misschien gelezen hebben? Rushkoff vertelt in de uitzending ‘Gaten in de markt’ van Tegenlicht hoe Amerika en daarmee ook de rest van de wereld van een gemeenschap van verbonden mensen is veranderd in een netwerk van mondiale merken. Deze verandering maakt volgens Rushkoff dat de mensen alleen nog de producten vertrouwen voorzien van een specifieke merknaam of logo. Er is geen associatie meer met de mensen die de producten vervaardigen.
Bij het wegvallen van de directe connectie met degene die het product maakt vervalt ook het aspect van het elkaar gunnen om wederzijdse diensten of producten te leveren. Vanaf die tijd telt het verhaal achter het product dat, omdat het niet in massa wordt geproduceerd in enige mate aan de speciale wensen van de opdrachtgever kan worden aangepast, in een co-creatief proces tot stand kwam niet langer. Het merk wekt sindsdien vertrouwen door het handhaven van een bepaalde standaard met als gevolg dat wie de beste standaard levert -en tegen de beste prijs- toonaangevend wordt.
Alleen bij grote artiesten lijken we nog een gezicht te kennen bij de producten die onder hun naam worden geproduceerd. Zowel in de muziekindustrie maar nog meer in de mode staan een aantal merken al generaties lang voor een bepaalde belevenis. De bekende modehuizen zijn herkenbaar aan de thema’s die steevast de basis vormen van de collecties: het gebruik van specifieke prints, typische stof keuze, kenmerkende accentuering van de belijning, etc. De ambachtelijke wijze waarop deze haute couture in beperkte oplage wordt vervaardigd maakt dat ze én uniek én zeer kostbaar is.
Een goed beeld van wat zo’n modehuis vervaardigd krijg je van de expositie ‘The Fashion World of Jean Paul Gaultier’. Deze expositie is momenteel te zien in de Rotterdamse Kunsthal en trekt ook in de voorlaatste week tot mijn verbazing nog veel, vooral vrouwelijke, bezoekers.
Hoewel ik niet al het getoonde werk even indrukwekkend of mooi vind, zegt het geheel wel iets over de persoon die het creëerde. Daarbij geeft de brochure die bij de tentoonstelling hoort ook een idee over de hoeveelheid arbeid die er in de stukken zit. Met name de rijke decoraties gemaakt van lovertjes, kraaltjes of struisvogelveertjes ‘maken’ de stukken en zijn in ruime mate aanwezig. Bij veel van de items gaat het om enkele honderden uren aan handwerk!
Dat namen van grote couturiers de massa aanspreekt is de confectie-industrie niet ontgaan. Zowel nationale als internationale grootheden laten al enige seizoenen enkele van hun ontwerpen voor deze doelgroep in een beperkte oplage produceren. In deze context gaat het begrip ‘beperkt’ verder dan het aantal geproduceerde stuks. Confectiekleding is namelijk een compromis tussen de kwaliteit van de gebruikte materialen, de pasvorm en de wijze van afwerking.
De prijs die aan confectiekleding hangt wordt bepaald door de hele keten die bij de productie en handel betrokken is. Om de prijs laag te kunnen houden wordt de meeste arbeid ver buiten ons blikveld uitgevoerd, vaak door mensen die ondanks de onvriendelijke arbeidsomstandigheden met het werk een betere toekomst hopen op te bouwen. Deze op prijsgerichte handelswijze maakt dat het eerlijke verhaal achter deze industrie voor de meeste van ons niet langer zichtbaar is. Alleen bij een incident zoals dat recent in Bangladesh plaatsvond, worden we weer even opgeschrikt.
Gelukkig beschikken wij in ons land nog over vaklieden die in overleg met hun klanten kleding op maat kunnen maken. Om de kwaliteit van het werk te bevorderen organiseert de branchevereniging BvK jaarlijks wedstrijden waarmee de aangesloten leden hun vakbekwaamheid kunnen tonen. Ook worden met regelmaat afvaardigingen naar internationale congressen gezonden om het Nederlandse vakmanschap aan de buitenwereld te tonen. Eén van die afvaardigingen betreft een jurkje van Any Dress dat gedeeltelijk is gemaakt van pagina’s uit een confectiecatalogus om aan te geven dat maatwerk niet per se met dure materialen wordt gemaakt.
Hebt u enig idee hoeveel tijd het kost om van een bestaand (confectie)patroon een overhemd, jurkje of pantalon in elkaar te zetten? Denkt u dat de locatie van de fabriek of het atelier hierin een rol speelt?
Via de site ‘Mode van top tot teen’ vindt u een vakman bij u in de regio.
Wat een inspirerend artikel. Dank je wel Jacco!
Groetjes,
Michèle